De inwoners van het oude Nubië vormden riviergemeenschappen, gegroepeerd in dorpen langs de oevers van de Nijl. Vóór de verplaatsing lag Nubië tussen Aswan in Egypte en 150 kilometer Sudan in. De Kenoez bewoonden het noordelijke gebied, de Arabieren woonden in het midden en de Nubiërs bevonden zich in het zuiden van Egypte en het noorden van Sudan. Ongeveer 50.000 Sudanese Nubiërs en 70.000 EgyptischeIn de herhuisvestingsplannen werd geprobeerd om de ligging van de dorpen ten opzichte van elkaar te behouden.
De dorpen zijn verder onderverdeeld in gehuchten. De grootte van het dorp, het aantal gehuchten en de bevolkingsdichtheid zijn direct gerelateerd aan de breedte van de landbouwgrond. De dorpen met bredere landbouwgrond waren kleiner, hadden een hogere bevolkingsdichtheid en bevatten minder gehuchten. Het gehucht is zowel een regionale als een verwantschapseenheid van vestiging. De inwoners zijn verwant aanDrie soorten gehuchten bestonden in het oude Nubië. In een patrilineair gehucht stamden alle inwoners af van dezelfde patriarch en het gehucht werd vernoemd naar deze gemeenschappelijke voorouder. Een tweede type gehucht bestaat uit leden van verschillende patrilineaire clans die verwant zijn door matrilineaire afstamming en is meestal vernoemd naar de mannelijke stichter van de nederzetting. InIn sommige gehuchten zijn de inwoners helemaal geen familie van elkaar.
Het gehucht is verder onderverdeeld in woonkwartieren. In patrilineaire gehuchten is elke familie verbonden met het woonkwartaal door patrilineaire afstamming. In andere soorten gehuchten weerspiegelen de woonkwartieren de patrilineaire clan/stamverwantschappen. In alle soorten gehuchten werden de woonkwartieren van elkaar gescheiden door natuurlijke afscheidingen, waaronder kleine heuvels en dor land. Binnen deDe nabijheid van de patrilineaire relatie bepaalt de ruimtelijke locatie van de woningen. Elk gehucht had een moskee en een modiafah of een mandara, De verhuizing van de Nubiërs bracht nieuwe ervaringen met zich mee waaraan ze zich moesten aanpassen. In Egypte kregen de Nubische dorpen hun oude namen, maar in plaats van aan de oevers van de Nijl lagen ze 3 tot 10 kilometer verderop. De palmbomen die kenmerkend waren voor de oude Nubische omgeving bestonden niet in de nieuwe dorpen. De rotsachtige heuvels die de dorpen scheidden van deDe gehuchten die voorheen ver uit elkaar lagen, werden samengevoegd, waardoor de dichtheid van de nederzettingen toenam. In het oude Nubië vertegenwoordigde een gehucht vaak een clan- of verwantschapseenheid. In Nieuw-Nubië werden de woonpatronen in vier blokken gebouwd naar de grootte van de woonvertrekken, en tijdens de hervestiging werden huizen toegewezen op basis van gezinsgrootte. Als eenHierdoor verdwenen de woonpatronen die gebaseerd waren op verwantschap. In Soedan lagen de Nubische dorpen niet langer aan de oevers van de Nijl, maar aan de Atbara rivier, die smaller is dan de Nijl. Hun landbouwgrond was, in tegenstelling tot die in het oude Nubië, breed en ze hadden te maken met wisselteelt.