Religieuze overtuigingen. Door de geschiedenis heen zijn de Cree altijd terughoudend geweest in het delen van hun geloof met spottende buitenstaanders. Het geloof in een Grote Geest ( misi-manito ) of boze geest ( macimanito-w ) kan van na contact zijn. De kannibaalreus ( wi-htikow ) was zeer gevreesd. De religie was animistisch en alle levende wezens en sommige levenloze voorwerpen hadden geesten, of manitowak. Mensen konden zich door dromen en visioenen verzekeren van de hulp van machtige dierlijke geesten bij activiteiten als jagen, oorlog voeren en liefde bedrijven. Omdat alle wezens, inclusief mensen, geesten hadden, bestond er geen concept van het bovennatuurlijke.
Religieuze beoefenaars. Alle individuen hadden enige macht, maar sommige mannen of vrouwen hadden meer. Er was geen priesterschap.
Ceremonies. Er zijn geen ceremonies opgetekend voor de vroegste perioden, maar in de recente geschiedenis werden er in de lente en herfst theedansen gehouden om te bedanken. Er werden feesten en dansen gehouden na succesvolle jachtpartijen. Christelijke rituelen zijn nu heel gewoon.
Kunsten. Er was een rijke mondelinge traditie met zowel heilige als wereldlijke verhalen. Wisakecahk In het verleden werden het gezicht en lichaam getatoeëerd en beschilderd met uitgebreide ontwerpen. Vrouwen werkten met veren en later met kralen.
Geneeskunde. Ziekte en verwondingen werden beschouwd als het resultaat van persoonlijke kwaadaardige krachten, waarvoor behandeling door een sjamaan noodzakelijk was. De behandeling bestond uit kruidengeneesmiddelen en het zetten van gebroken ledematen, maar de spirituele hulp die werd opgeroepen in het ritueel van de schuddende tent of het zweetbad was net zo belangrijk.
Dood en hiernamaals. Dodelijke ziekte werd met kalmte begroet, maar de stervende eiste dat zijn nabestaanden zijn dood zouden wreken, want men geloofde dat de dood het gevolg was van hekserij. Begraven werd in een graf of op een schavot. In de tent werd een kanon afgevuurd om de geest te verdrijven.