de drie musketiers
hij was drie toen ik hem kocht en achttien toen hij vijf jaar geleden stierf. lickety split. niet snel genoeg voor het grote prijzengeld wachtte deze jonge volbloed op een enkele reis, zijn allerlaatste. zich van geen kwaad bewust trof ik hem bij toeval en noemde hem lucky. vijftien jaar later konden we bogen op honderden kilometers paardrijplezier buiten de gebaande paden.
de gemeente westerwolde verandert straks in een populistisch bolwerkje overgoten met een beetje cittaslowsaus. het maakt mij een vreemde in eigen huis, alsof er een ongewenste logé over de vloer is. op straat groet een kind me – moie – vingertje omhoog, zo doen we dat hier. oma die haar portemonnee niet kan vinden in een wachtende rij voor de kassa, is niet erg. het lijkt zo gewoon maar is zo bijzonder.
fietsende vrienden dagen me uit. dwars door westerwolde over schootvrije zones van weleer richting borsumer berge in duitsland. onderweg bedenk ik wat een hoofdprijs lucky wel niet voor me was. geen tra is me hier vreemd. dwars door verboden oerbossen overstaken we waadplaatsen ver voordat ze waren aangelegd. een koningsgeschenk in een magnifiek landschap dat alleen vanuit borsum westerwolde mag heten.
door ter wupping langs sterenborg en dan over de molenpaal naar huis. terwijl verzuurde benen de laatste kilometers pedaleren passeer ik een eik, geen onbekende, maar nu pas zie ik haar eigen-wijsheid. het wordt weer tijd voor een paard. een dik frais peerd.
fijne maand,
leo janson, expeditieleider