westerwolde kent sterke vrouwen, zo is mij duidelijk. voor een weinig bijbelvast en wel heel vrij katholiek randstedelijke jongen is uit het boek spreuken 31, vers 10 tot 31 altijd op het netvlies gebleven: “een sterke vrouw, wie zal haar vinden. haar waarde gaat die van koralen ver te boven”
tegenover mij zit janine stuurwold (utrecht 1963). dochter uit een knalrood en gereformeerd gezin. onkerkelijk christelijk, zoals haar vader hetzelf noemde. en dat in Nijkerk, waar zij opgroeide. voor haar was de bijbel in twee woorden samen te vatten: wees goed! de PSP gaf richting. bewust leven het devies. haar gestudeerde vader had zijn metier in het ontwikkelingswerk. hij stond aan de bakermat van de brandnetel, een dienstencentrum voor actiegroepen. moeder zette een vrouwencafé op. toch was het een traditioneel gezin. jammer genoeg was hun boodschap soms ook anders dan hun gedrag. staan voor de goede zaak werd haar echter met de paplepel ingegoten. janine zette samen met jan oosterveld in het verleden de actiegroep anti militair oefen terrein (anti-MOT) op en sloot zich aan bij andere ideële projecten.
omdat haar vader het idee was toegedaan dat het een jaar lang verrichten van ongeschoolde arbeid bij de opvoeding hoorde, besloot janine haar krachten aan een fabriek te geven. daar leerde zij haar inmiddels overleden ex-echtgenoot kennen. een roerige tijd binnen haar gezin en familie volgde, die in alle opzichten voor haar geen schoonheidsprijs verdient. in 1988 verhuisde zij met haar twee jonge dochters naar winschoten, alwaar haar ouders inmiddels ook waren neergestreken.
later verhuisde ze naar haar huidige woonplaats: rhederbrug.
een louterende tijd om van scratch af aan een nieuw leven op de te bouwen was begonnen. naast veel vrijwilligerswerk studeerde zij sociale dienstverlening in groningen. het willen zorgen of eerder redden is de rode draad in haar leven.
na haar werk met psychiatrische cliënten van lentis werkt zij nu sinds 2012 bij NOVO in de gezinsondersteuning voor ouders met een laag IQ en verleent zij spoedhulp aan jeugd met een verstandelijke beperking. een turbulente werkomgeving waarbij je vierentwintig uur per dag klaar moet staan om crises het hoofd te bieden. een vakvrouw van de praktijk. bij weer en ontij met de kaplaarzen in de modder. of zoals het boek spreuken het zo mooi omschrijft: “de sterke vrouw, zij omgordt haar lendenen met kracht en maakt haar armen sterk. zij merkt dat haar ondernemingen slagen, ’s nachts gaat haar lamp niet uit”. zelfs een atheïst kan hier nog wel iets mee.
de vonken spatten eraf als janine over haar werk praat. passie.
de jeugd is bij haar in goede handen, zoveel is zeker.
somberder is zij wel over de hele WMO transitie. de gemeenten leveren de jeugdzorg meer op maat. dat is positief. maar de praktijk leert dat de inzichten van de werkvloer en de deskundigheid van de gemeentelijke CJG niet altijd op elkaar aansluiten. dat is jammer. zij zou het toejuichen wanneer er op de burelen ook echt deskundigheid zou worden bevorderd.
over opvoeden is Janine duidelijk. iedereen mag er zijn. dat geldt voor ons allemaal. ook voor kinderen.
ouders in de hulpverlening zouden meer getraind moeten worden. meer zelfvoorzienend, meer zelfrespect, meer vertrouwen moeten krijgen. zij krijgen dan zelf meer regie over de opvoeding in plaats van de afhankelijkheid waarin velen nu zitten. “koppel de kinderbijslag maar aan die trainingen. wie zich niet laat scholen, krijgt geen geld”. plaats kwetsbare gezinnen tussen sterke gezinnen. als mensen zich echt verantwoordelijk voelen voor elkaar, krijgen meerdere mensen de verantwoording voor de kinderen in de buurt. de ouders blijven de eindverantwoordelijke. het is een oude traditie. zoals de afrikanen zeggen: it takes a community to raise a child.
we kunnen nog uren doorpraten, maar de tijd is op. jammer. janine trekt kordaat haar jas aan en haast zich de deur uit. haar dienst begint. kinderen wachten op haar.