melancholie, beroepslullers en nietzsche
zo met het eindigen van dit jaar zak ik wat weg in melancholie, niet heel diep maar toch. vriendschappen raken me en gemis voelt heviger.
het stapelen van projecten in westerwolde die maar niet los komen groeit. ideeën waar ik met omtrekkende bewegingen telkens weer tipjes van oplicht blijken achteraf loos.
het veendiep in vriescheloo, de boomhutten in poststruiken, de melkfabriek in laude… wat rest van aanvankelijk enthousiasme zijn de dichterlijke namen.
ik voel me meer dan ooit verbonden met mijn omgeving, met alles wat er is, alles waar ik me in bevind, niets en alles tegelijk.
als een kalkoen uit respect en nederigheid zijn kop buigt, ervaart de pauw dit als een pose van de aanval en zal ook niet schromen het gevecht aan te gaan. de waarde van deze beeldspraak kleeft aan de opbrengst van al het gepraat van de afgelopen jaren.
de gelovige en de ongelovige, de leerling en de meester, de hetero en de homo, de dreumes en de grote, de man en de vrouw. zij bestaan allemaal in mij en ik in hen.
we zien niet om in boosheid of teleurstelling, we leren lessen. één daarvan is dat we de wereld van overleggen om het overleg, het committeren door de comités, het besturen van de besturen, de zogenaamde beroepslullers, niet meer willen.
– en degenen die men zag dansen, werden voor gek verklaard door degenen die de muziek niet konden horen – (nietzsche)
op de toekomst!
een fijne maand,
leo janson, expeditieleider