de gemetselde pilaren naast de hoofdingang verraden de invloed van de amsterdamse school. helemaal in oost-groningen.
al negen jaar bewoont hij nu, samen met zijn jeugdliefde, zijn prachtige, verscholen boerderij in het buitengebied van bourtange. het is een zonovergoten vrijdagmorgen wanneer ik mijn auto de landweg opdraai naar het atelier van cees baanvinger (schiedam, 1947). hier heerst de ultieme rust, waarnaar hij en zijn vrouw negen jaar geleden zo intens verlangden.
na een lang arbeidzaam leven als illustrator en afdelingshoofd bij verkeer & waterstaat gewerkt te hebben en daarnaast ook nog eens de koninklijke academie voor beeldende kunsten in den haag doorlopen te hebben, gooide cees het roer definitief om. samen met zijn vrouw kocht hij een verwaarloosde boerderij met bijhorend overwoekerd terrein om zich met ziel en zaligheid op de renovatie ervan te storten. om bij te komen. deze plek leek door de voorzienigheid te zijn voorbestemd. hun lang gekoesterde wens om, na jaren van stedelijke behuizing, ooit op het platteland te gaan wonen ging in vervulling. alles viel hier op zijn plek.
muren werden geslecht en weer opgebouwd, plafonds compleet gerestaureerd en het terrein werd uitgedund en onderging een metamorfose. een eigen paradijs werd gecreëerd. de uomo universalis, de alles kunnende mens. ontwerpen, tekenen, berekenen, schilderen, vormgeven, creëeren; “er is altijd wel iets te doen.” zijn huis en atelier verraden een grote creativiteit en dito productie. schilderijen, zeefdrukken, illustraties, sculpturen, tekeningen, meubels, industriële lampen. zelfs oude muziekinstrumenten worden hier gerestaureerd. cees lijkt alles te kunnen en zit nooit stil.
tot verleden jaar. een hartinfarct in het paradijs werd hem bijna fataal. de eindigheid diende zich even aan. beide echtelieden tonen zich zichtbaar onder de indruk.
middenin het atelier bekijken we zijn werk en bespreken we zijn drijfveer in het leven. cees spreekt voluit. de gevorderde leeftijd loutert, relativeert en maakt mild, leer ik. met zijn dunne lange grijze baard maar twinkelende, jongensachtige ogen, heeft cees bijna iets weg van een oudtestamentische verschijning. onder de indruk ben ik van zijn energieke en warme voorkomen.
met gedrevenheid spreekt hij over zijn nieuwe verzameling industriële lampen die hij hier bedenkt. oude auto-onderdelen, brandweerspuiten, schoenmallen, handen van een etalagepop: alle ingrediënten voor een serie wonderlijke lampontwerpen.
een eigen website voor de aanschaf van deze must-haves is in de maak en zullen we binnenkort ook op onze expeditie-site verwelkomen.
soms is het jammer dat een ontmoeting maar zo kort duurt. dit is er zo een. twee uur is eigenlijk niet veel. wil je cees bezoeken, maak dan een afspraak via info@cbaanvinger.nl of kijk op http://www.ceesbaanvinger.nl. hier vind je binnenkort ook de nieuwe lampensite van cees.