28-09-15 07:55:43: leo janson: niet ver van de boom sprokkel ik de gevallen peertjes bijeen. wespen tollen op hun achterpootjes in een poging weg te vliegen, dronken van ogenschijnlijk geluk eten ze zich vol met zoet gistend vruchtvlees als kleine acteurtjes in marco ferreri’s (vr)eetfilm la grande bouffe. de zomerzon draait zich langzaam van ons af.
schoppend door de eerste bulten herfstbladeren, kijk ik omhoog langs door tijd getekende muren, muren zonder ogen zagen de afgelopen eeuw arbeiders van de boterfabriek in laude voorbij gaan. honderden melkbussen werden vanaf de kar op het perron geslingerd en geledigd. de geur van zuivel heeft plaats gemaakt voor die van vergetelheid. na jaren van misbruik en geweld doemt een scenario op van kleinschalig ondernemen. ben benieuwd hoe de vermenging van ijs, kaas en bier ruikt. ambachten als decor voor gastronomie aan de Aa.
pieter boksma las voor op de uitvaart van joost zwagerman, las ik, een gedicht. ik ben zo vrij om te citeren:
vanuit de dood heb ik gezien/hoe schitterend het minste sprietje in een onmetelijk weiland/ dezelfde taak heeft als de mens:/zich te richten naar het licht/en ’s nachts de duisternis/te dulden en niet bang te zijn.
prachtig.
indian summer, dat beetje extra zomer in de herfst, heet in rusland babje ljeto, wat vrouwenzomer betekent. een russische zomer duurt maar kort, net als het geluk van een russische vrouw. een onbegrijpelijk vergelijk als ik de fabriek achter me laat en richting de ruiten aa wandel. schitterend kleurenspel in hoge bomen maakt me blij. ik voorzie terrassen omringd door fruit en moestuinen en knipoog naar de laatste melkfabriek in oost-groningen, komt goud mien jong!
fijne maand,
leo janson, expeditieleider