eenzaam in westerwolde
gedreven door iets, verliet hij de roedel op zoek naar zijn eigen habitat. geen idee van de wereld waar doorheen hij beweegt, markeert hij door geursporen de afgelegde afstand. nog onbekend waar de reis eindigen zal, stapelen indrukken zich razendsnel.
jong van lijf en geest zoekt hij instinctief de eenzaamheid. er moet nog zoveel gebeuren waar hij geen weet van heeft. het bos biedt veiligheid. door het struweel loert hij naar bewegingen die hem vreemd zijn.
waarnemingen vertaalt hij naar zijn kleine weten. de wereld die hij ziet is groots en veel meer dan nodig. overleven is hem onbekend. ’s nachts drijft honger hem op jacht. niet alleen om te stillen maar ook om zijn kunde te oefenen.
eenmaal aangekomen waar het goed lijkt, begint het wachten op de komst van zijn mannelijkheid én de wolvin die dat bekoort. slenterend langs de oude loo waar ik het leven van deze wolf fantaseer, hoor ik mijn eigen leven.
mooie maand,
leo janson, expeditieleider